Rivke Jaffe

Laureaat Social Sciences 2021

Rivke Jaffe

Rivke Jaffe (1978) studeerde Culturele Antropologie aan de Universiteit Leiden, waar ze in 2006 ook promoveerde. Sinds 2012 werkt ze aan de Universiteit van Amsterdam, waar zij de leerstoel Stadsgeografie bekleedt. Haar onderzoek richt zich op het interdisciplinaire vakgebied van urban studies, waarbij ze geografische, antropologische en cultuurwetenschappelijke inzichten en methoden combineert om tot een beter begrip van het alledaagse stadsleven te komen.

In 2015 werd Jaffe benoemd tot lid van De Jonge Akademie. Ze heeft meerdere onderzoekssubsidies gewonnen, waaronder een Veni- en Vidi beurs van NWO, en een ERC Starting Grant. Ze is visiting scholar geweest aan onder andere Yale, Columbia en de University of Pennsylvania. Ook is zij aan de UvA co-directeur van het universitaire onderzoekszwaartepunt Global Digital Cultures.

Website

Onderzoeksfocus

Rivke Jaffe onderzoekt stedelijke ruimte, macht en ongelijkheid, met een bijzondere focus op het alledaagse stadsleven. Waarom is macht in steden ongelijk verdeeld en hoe kan dat veranderen?

Ongelijkheid en machtsverhoudingen in het alledaagse stadsleven

Popmuziek, videoclips en graffiti zijn niet het eerste waar je aan denkt als het gaat over grote stadsproblemen zoals geweld, armoede en uitsluiting. Toch weet Rivke Jaffe, die zelf jarenlang dj was in haar vrije tijd, juist deze populaire cultuur in te zetten als wetenschappelijke bron voor haar fundamentele onderzoek. Om te begrijpen hoe het alledaagse leven in de stad vorm krijgt én hoe een stad zou kunnen veranderen, zijn reggae- en hiphopmuziek en straatkunst belangrijke bronnen voor haar. Het typeert haar creatieve manier van denken én haar bevlogenheid.

De rode draad in haar werk is ongelijkheid en machtsrelaties in het dagelijkse stadsleven. Jaffes onderzoek richtte zich hierbij vooral op stedelijke veiligheids- en milieuproblematiek, waaronder de privatisering van veiligheid in verschillende metropolen wereldwijd; criminele leiders die functies van de staat overnemen in achterstandswijken van de Jamaicaanse hoofdstad Kingston; en de sociaal-ruimtelijke aspecten van stedelijke vervuiling op Jamaica en Curaçao.

Ook bestudeert Jaffe sinds 2014 hoe objecten en technologieën die tot meer veiligheid zouden moeten leiden, tegelijkertijd juist ongelijkheid veroorzaken, versterken of verminderen. Zo ontdekte haar onderzoeksteam dat WhatsApp-groepen die de politie gebruikt om met burgers te communiceren weliswaar zorgen voor een directere band tussen politie en burgers, maar eveneens allerlei vooroordelen in de hand werken over wie een gevaar vormt, en wie beschermd moet worden. Jaffe maakt zo’n fenomeen niet alleen zichtbaar, maar vergelijkt daarnaast ook allerlei verschillende vormen van beveiliging met elkaar: hoe verschillen WhatsApp-groepen van buurt tot buurt, en hoe verandert de machtsverhouding als een beveiliger een wapen draagt, of als een aanvaring tussen een burger en een agent door een camera wordt gefilmd?

In haar zoektocht naar nieuwe kennis over ongelijkheid en macht in de stad, combineert Rivke Jaffe op unieke wijze sociaalwetenschappelijke tradities met theorieën en methoden uit de cultuurwetenschappen en science and technology studies. Ze ontwikkelt en onderhoudt actief contacten met wetenschappers uit andere vakgebieden en ook steeds vaker met kunstenaars. Deze uitwisselingen inspireren haar om telkens weer nieuwe vragen en inzichten binnen stadsstudies te introduceren.

In de nabije toekomst wil Jaffe zich verdiepen in de vraag hoe sociaal-politieke relaties worden bemiddeld door objecten, technologieën én dieren. Haar bijzondere interesse ligt op dit moment bij politiehonden, waarbij ze zich afvraagt hoe honden bewust of onbewust gesocialiseerd worden in etnisch profileren en andere vormen van discriminatie. Een andere vraag die haar bezighoudt is hoe zowel politie als ook criminele organisaties digitale technologieën gebruiken, en hoe dat hun ruimtelijke gedrag verandert. Als de politie bijvoorbeeld op basis van een algoritme beslist dat ze in een bepaalde wijk meer moeten patrouilleren, hoe gebruiken criminele organisaties dan vervolgens ICT om hun drugshandel in de stad anders te organiseren?