Eveline Crone

Laureaat Social Sciences 2017

Eveline Crone

Eveline Crone (1975) studeerde Ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde aan dezelfde universiteit. Na twee jaar onderzoek aan de University of California in Davis werd ze onderzoeker in Leiden. In 2009 benoemde die universiteit haar tot hoogleraar in de neurocognitieve ontwikkelingspsychologie.

In Leiden initieerde Crone het Brain and Development Research Center. Ze leidt een groot nationaal ‘zwaartekrachtprogramma’ op het gebied van neuro-imaging en treedt op als ‘boegbeeld’ voor Hersenen, Cognitie en Gedrag, een onderdeel van de Nationale Wetenschapsagenda.

In 2015 kreeg Crone een Vici-beurs van NWO van €1,5 miljoen, en in 2016 een prestigieuze Consolidator Grant van €2 miljoen van de European Research Council. Ze was voorzitter van De Jonge Akademie en is nu lid van de KNAW en de Academia Europaea. In 2017 won ze de Spinozapremie.

Website

Onderzoeksfocus

Eveline Crone onderzoekt psychologische en neurale veranderingen in het zich ontwikkelende brein, in het bijzonder tijdens de adolescentie.

Het onevenwichtige puberbrein

Tussen de geboorte en de volwassenheid maken onze hersenen stormachtige ontwikkelingen door. Het brein leert in welke wereld het is beland, en hoe het die wereld kan beïnvloeden met complexe beslissingen over gedrag. Wanneer kiest het voor harmonie, wanneer voor conflict? Wanneer voor zekerheid, wanneer voor risico’s?

Eveline Crone onderzoekt hoe deze ontwikkeling van het brein zich voltrekt, en welke gevolgen dat heeft voor hoe jonge mensen zich gedragen. Ze gebruikt daarvoor combinaties van allerlei verschillende wetenschappelijke methoden, van functionele MRI-hersenscans en hartslagmetingen tot psychologische testen.

Haar doorbraak kwam met de ontdekking dat het grillige gedrag van pubers deels samenhangt met het feit dat afzonderlijke delen van het brein zich niet op het zelfde moment ontwikkelen. In de puberteit maakt niet alleen het lichaam een groeispurt door: ook het brein reageert heftig op een toename van geslachtshormonen. Hersengebieden die zorgen voor emoties kunnen daarbij een voorsprong nemen op gebieden die zorgen voor zelfbeheersing. Het gevolg is bij tijd en wijle ongeremd of onverantwoord pubergedrag.

Kenmerkend voor Crone is dat zij de adolescentie niet ziet als een onvermijdelijk kwaad maar als een nuttige ontwikkelingsperiode, een fase waarin de hersenen leren zich te oriënteren op een grotere sociale omgeving. Door de neurale veranderingen beter te begrijpen, hoopt ze te leren hoe het brein deze fase gebruikt om een volwassen scala aan gedragsmogelijkheden, inclusief creativiteit en inlevingsvermogen, te ontwikkelen.