Walter Immerzeel

Laureaat Natural Sciences 2021

Walter Immerzeel

Walter Immerzeel (1975) studeerde Milieukunde aan de Universiteit Utrecht waar hij in 2008 ook promoveerde bij het departement Fysische Geografie. Hij heeft een passie voor berggebieden en heeft als onderzoeker twee jaar in Nepal gewerkt en gewoond.

Inmiddels is hij professor Berghydrologie aan de Universiteit Utrecht, waar hij leiding geeft aan een jong team wetenschappers. Immerzeel heeft tal van onderzoeksexpedities naar de Himalaya geleid. Zijn onderzoek richt zich op de wisselwerking tussen klimaatverandering en de cyclus van sneeuw, ijs en water in het hooggebergte. Bijzonder is dat hij daarbij naar verschillende schaalniveaus kijkt.

Immerzeel kreeg onder meer een Veni- en Vidi beurs van NWO, en een ERC Starting Grant. In 2018 ontving hij de prestigieuze Macelwane medal en werd hij fellow van de American Geophysical Union.

Website

Onderzoeksfocus

Walter Immerzeel onderzoekt de gevolgen van klimaatverandering voor gletsjers in Azië, en de beschikbaarheid van water voor de miljoenen mensen die stroomafwaarts wonen.

Proeftuin op ongekende hoogte

De berichten over het smeltende ijs in Groenland en Antarctica, en de stijgende zeespiegel, kennen we uit klimaatdiscussies. Maar in een werelddeel als Azië is de impact van klimaatverandering voor de bevolking veel directer voelbaar. Bijna een kwart van de mensen die er woont, is voor hun watervoorziening namelijk afhankelijk van de sneeuw en de gletsjers in de bergen daar.

Walter Immerzeel woonde en werkte als onderzoeker twee jaar in Nepal, en heeft een grote liefde voor berggebieden. Hij leidde tal van onderzoeksexpedities naar de Himalaya, waar hij met zijn team een proeftuin heeft ontwikkeld op ongekende hoogte. Waar voorheen nog niets werd onderzocht, vliegen nu drones over de gletsjers en rivieren en staan weerstations die neerslag meten.

Waar glaciologen zich tien jaar geleden voornamelijk nog focusten op gletsjers, leidde het onderzoek van Immerzeel en zijn team tot het baanbrekende inzicht dat het, om goede voorspellingen te kunnen doen, essentieel is om de héle watercyclus in het hooggebergte te analyseren. Er is immers niet alleen het smeltende gletsjerwater om rekening mee te houden, maar ook veranderingen in regenval, sneeuw en grondwater. Al die processen samen bepalen hoeveel water er in de rivieren naar beneden stroomt. Op extreme hoogten was de watercyclus tot voor kort nog nooit goed gemeten. Immerzeel was de eerste die de dynamiek van neerslagpatronen in het hooggebergte in kaart wist te brengen.

Ook heeft Immerzeel met behulp van dronebeelden aangetoond hoe het smeltgedrag werkt van zogenaamde ‘puingletsjers’, zoals de met puin bedekte gletsjertongen in het hooggebergte worden genoemd. Hij ontdekte dat op de plekken waar zich kleine meertjes en ijskliffen bevinden, de gletsjer twintig keer sneller smelt dan op de plekken waar puin op het ijs ligt. Deze bevinding heeft een compleet nieuwe onderzoekslijn naar puingletsjers opgeleverd waar zich inmiddels steeds meer wetenschappers wereldwijd mee bezighouden.

Zijn fundamentele veldwerk integreert Immerzeel bij voorkeur in hydrologische modellen waardoor er kan worden berekend hoeveel water er uit de bergen naar beneden stroomt. Deze informatie is tegelijkertijd van groot belang voor de miljoenen mensen die van dat water afhankelijk zijn, bijvoorbeeld om hun land te irrigeren. Door de behoefte aan bergwater te koppelen aan zijn metingen in de bergen, kan Immerzeel voorspellen wanneer en waar de grootste watertekorten zullen ontstaan in de toekomst.

De meeste zorgen maakt Immerzeel zich echter niet over een potentieel watertekort, maar over de steeds extremere weersomstandigheden: de toenemende regenval, de grote hoeveelheden sneeuwval en lawines, en gletsjermeren die overlopen met zware overstromingen tot gevolg. Daarom wil Immerzeel de komende jaren doorgronden hoe klimaatverandering van invloed is op deze ‘extreme events’, waarbij hij zich focust op aardverschuivingen, lawines en gletsjersmeren.